Omgekeerd, indien het hoofddoel is werknemers te assisteren bij hun activiteiten, bijvoorbeeld door onderdelen door te geven of vast te houden, zou de toepassing als collaboratief worden beschouwd. Als gevolg daarvan zou elke conventionele fysieke scheiding tussen mens en robot de toepassing in de weg staan. In dit geval ondersteunt de ISO/TS 15066:2016-norm de ontwikkeling van geschikte veiligheidsmaatregelen, zoals naar voren komt uit de risicobeoordeling. Een voorbeeld van een robot die is ontworpen voor collaboratieve toepassingen is de MELFA RV-serie Assista gelede armrobot van Mitsubishi Electric.
In de richtlijnen worden verschillende soorten samenwerkingstoepassingen genoemd, waaronder bewaakte stop op veiligheidsniveau, snelheids- en separatiebewaking, handgeleiding en kracht- en krachtbegrenzing.
Dit is waar het grijze gebied tussen de twee soorten robots begint te ontstaan. Met de toegenomen veiligheidsopties die nu beschikbaar zijn, kunnen industriële robots ook voldoen aan veel van de eisen die in een collaboratieve toepassing worden gesteld.